“Het is noodzakelijk dat we de productie van hernieuwbare waterstof blijven opschalen”
16/09/2024
Jacqueline Vaessen, interim directeur NLHydrogen
Branchevereniging NLHydrogen verbindt, versterkt en vertegenwoordigt de Nederlandse waterstofsector. De vereniging heeft leden die actief zijn in de productie, import, transport, gebruik en opslag van waterstof, inclusief de daaraan gerelateerde maakindustrie.
Koplopers in waterstof
Met behulp van kennisopbouw en -deling, een sterk netwerk en duurzame oplossingen zorgt NLHydrogen dat haar leden koplopers zijn en blijven, en dat ze voorop lopen in de transitie naar een CO2-vrije samenleving.
“Wij behartigen de belangen van inmiddels 48 leden uit de hele waterstofketen bij de Nederlandse en de Europese overheid”, begint Jacqueline Vaessen, interim directeur bij NLHydrogen. “Daarnaast willen we ook onze kennis over waterstof op een pro-actieve manier delen. Daartoe hebben we meerdere initiatieven lopen.”
‘Zo hebben we een community of good practice rond waterstofveiligheid in het leven geroepen. Daar zitten onder meer lokale omgevingsdiensten bij die straks de vergunningen moeten verlenen, maar die bijvoorbeeld ook de veiligheid rond waterstoftankstations moeten handhaven. Vandaag beschikken die mensen nog niet altijd over de juiste informatie. Wij brengen die diensten en andere experts bij elkaar, zodat ze hun kennis onderling kunnen uitwisselen.”
Internationale samenwerking
“Onlangs hebben we een Memorandum of Understanding getekend met onze zusterorganisaties Belgian Hydrogen Council (BHC) en Nationaler Wasserstoffrat (Duitsland). Onze drie landen zijn in deze sector onlosmakelijk verbonden: denk aan de zeehavens, de chemische industrie, pijpleidingen, enzoverder. Zo is Noordrijn-Westfalen voor zijn aanvoer grotendeels afhankelijk van de havens van België en Nederland.”
“Daarnaast hebben we een Memorandum of Understanding ondertekend met de Spaanse en de Chileense waterstofverenigingen over waterstofproductie en -import uit die landen en zijn we lid van Hydrogen Europe.”
“Eén van de voordelen van onze internationale samenwerking, is dat we kunnen werken aan gezamenlijke richtlijnen voor onze industrie, zodat we best practices kunnen delen. En dankzij onze samenwerking kunnen we internationale aandacht vragen voor onze gedeelde belangen."
Uitdagingen rond hernieuwbare waterstof
“Het is noodzakelijk dat we de productie van hernieuwbare waterstof blijven opschalen, want tegen 2050 mogen we enkel nog fossielvrije energiebronnen gebruiken. Maar tot die tijd hebben we zowel hernieuwbare als koolstofarme waterstof nodig, anders kunnen we onze CO2 uitstoot niet voldoende reduceren. En in tussentijd moeten we snelheid zien te maken met de laatste knelpunten rond hernieuwbare waterstof.”
“Zo is stroom in Nederland 2 tot 3 keer duurder dan in Duitsland en Frankrijk. Bovendien worden elektrolysers in Duitsland gedurende de eerste 20 jaar na de ingebruikname vrijgesteld van nettarieven. Dit zijn voorbeelden die bij onze buren duidelijk beter en tijdiger zijn geregeld dan in Nederland, en die ons echt op achterstand zetten.”
Vertragende factoren
“Hierdoor is het in onze buurlanden makkelijker om een rendabele business case rond hernieuwbare waterstof op te bouwen. Het is natuurlijk positief dat de Nederlandse overheid dit jaar opnieuw een miljard euro ter beschikking stelt voor elektrolyse projecten, maar de operationele kosten blijven in Nederland erg hoog. Wij willen liever een gelijk speelveld zien qua elektriciteits- en netwerkkosten, zodat we onze internationale concurrentiepositie kunnen versterken.”
“Een andere vertragende factor is dat er onduidelijkheid blijft bestaan omtrent de haalbaarheid van de RFNBO-doelstellingen (RFNBO staat voor Renewable Fuels of Non-Biological Origin, oftewel Hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong, nvdr) uit de Europese RED III richtlijn voor de inzet van hernieuwbare energie. Bovendien zijn er ook nog veel vraagtekens omtrent de nationale implementatie van de doelstellingen voor hernieuwbare waterstof uit diezelfde RED III richtlijn.”
“Al die onduidelijkheden leiden ertoe dat bedrijven geneigd zijn om hun investeringsbeslissingen uit te stellen. En dat terwijl we in Nederland al tegen 2030 4 gigawatt aan elektrolysercapaciteit voor de productie van hernieuwbare waterstof willen hebben.”
Van wind naar waterstof
“Nederland heeft flinke ambities voor wind op zee, maar we zitten met de beperking dat we niet meer dan 12 gigawatt stroom aan land kunnen brengen, omdat ons elektriciteitsnet het anders niet kan bolwerken. En dus moeten we met een andere oplossing komen voor het gedeelte boven de 12 gigawatt.”
“Waterstof is daar een oplossing voor. We kunnen de stroomoverschotten door middel van een elektrolyser omzetten in waterstof. Op dit moment loopt er een eerste pilot om offshore waterstof te maken op basis van elektrolyse. Er bestaat ook al een systeem waarmee waterstof in de windturbine zelf geproduceerd wordt.”
“Het produceren van waterstof op zee zou de energietransitie kunnen versnellen, omdat het transporteren van waterstofmoleculen efficiënter is dan het transporteren van elektronen. Dat komt omdat het verlies tijdens het transport vele malen kleiner is en omdat je 10 keer meer energie kan transporteren via leidingen in vergelijking met kabels. Daarbij is deze aanpak ook 10 tot 20% goedkoper.”
Mobiliteit
“Naast de belangrijke rol die waterstof in de decarbonisatie van de industrie gaat spelen, verwachten we dat waterstof straks ook belangrijk wordt voor de decarbonisatie van zwaar vrachtvervoer op de weg. Het is echt zero emission (tank-to-wheel), en je hebt een veel grotere actieradius in vergelijking met elektrische vrachtwagens.”
“Bovendien kan je een truck binnen 10 tot 15 minuten voltanken. Maar ook het gebrek aan netcapaciteit wordt steeds meer een issue. Daardoor zal je in de toekomst niet meer altijd en overal elektrisch kunnen laden. Als je rijdt op waterstof ben je daar niet afhankelijk van, wat vooral bij het zakelijk inzetten van voertuigen een heel belangrijk argument is.”
“De Europese Commissie heeft landen bovendien een verplichting opgelegd om voor een dekkende Europese infrastructuur van tankstations te zorgen. Last but not least: deze oplossing is veel lichter dan batterijen, wat betekent dat je meer lading kunt meenemen. Ook voor de scheep- en luchtvaart wordt in de toekomst een belangrijke rol voor waterstof voorzien.”
Gebouwde omgeving
“Maar ook in de ‘gebouwde omgeving’ beweegt één en ander. Van de 8 miljoen huishoudens in Nederland kunnen er 2 miljoen niet overstappen op warmtepompen. Dat komt omdat er heel wat historische panden zijn waar niets aan mag worden veranderd of die niet voldoende geïsoleerd kunnen worden. Ook hier speelt het probleem dat het elektriciteitsnet in bepaalde gebieden niet voldoende capaciteit heeft om alle gebouwen te kunnen aansluiten op warmtepompen.”
“Waterstof kan dan een interessante oplossing zijn. Netbeheerder Stedin is bezig met een proefproject waarbij 500 woningen in Stad aan ’t Haringvliet worden omgebouwd voor waterstof. Ze gaan de aanwezige gaspijpleidingen gebruiken om waterstof te distribueren. Wel moeten de verwarmings- en warmtapwaterinstallaties worden aangepast, omdat waterstof een andere samenstelling heeft dan aardgas.”
“In Ameland zijn dan weer experimenten geweest waarbij men een mengsel gebruikt van 80% aardgas en 20% waterstof. Dat gaat probleemloos, en zonder dat er aanpassingen aan de installaties nodig zijn.”
Elektriciteitsproductie
“Waterstof kan ook een belangrijke rol spelen in de decarbonisatie van de energiesector (elektriciteitsproductie), door gasturbines te vervangen door waterstofturbines. Bedrijven zoals RWE en Engie kijken naar deze oplossing als een reële mogelijkheid om hun gascentrales in de komende tijd te decarboniseren.”
Toekomst
“Hoe dan ook gaan we in de toekomst heel veel hernieuwbare waterstof nodig hebben in Nederland, en dus zullen we er niet aan ontkomen om een flink gedeelte daarvan te importeren. Maar het is belangrijk dat we ook onze lokale productie verder uitbouwen, zodat we enige autonomie kunnen behouden en voldoende kennis en ervaring kunnen opdoen.”